Toegankelijkheidsplannen voor de weg en de openbare ruimte (PAVE)

Tussen 2015 en 2019 heeft Brussel Mobiliteit samen met de 19 Brusselse gemeenten toegankelijkheidsplannen voor de weg en de openbare ruimte (beter bekend onder het acroniem PAVE) opgesteld. 

De PAVE's omvatten twee hoofdopdrachten: enerzijds een hiërarchisering van het voetgangersnetwerk in drie niveaus; anderzijds een toegankelijkheidsaudit voor alle voetgangerswegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 

Dankzij dit programma kon de basis worden gelegd voor een aantal acties uit het Good Move-plan ten gunste van voetgangers en personen met een beperkte mobiliteit. Momenteel wordt het onder meer gebruikt om de ingrepen in het voetgangersnetwerk te prioriteren en om subsidies toe te kennen aan de gemeenten.    

Een hiërarchisering van het voetgangersnetwerk

De eerste taak bestond erin, samen met de gemeenten en de bewoners, het voetgangersnetwerk te hiërarchiseren in drie niveaus naargelang het belang en de gebruiksintensiteit van de bekeken assen (hoofdweg, verbindingsweg, basisweg).

Dankzij deze hiërarchisering, die overgenomen werd in de wegenspecialisatie in het Good Move-plan (cf. netwerken Voetganger PLUS, COMFORT en WIJK), is het mogelijk de ingrepen te prioriteren en de vereisten inzake kwaliteit en dienstenaanbod op het voetgangersnetwerk te moduleren naargelang het belang van de beschouwde weg. 

Dat is bijvoorbeeld het geval voor de gebruikskwaliteit van de verhardingen voor voetgangers. Het verordenend luik van het Good Move-plan vermeldt hierover: "De wegbekleding gebruikt tijdens werken op voetpaden en voetgangerszones van de wegen van het PLUS- en COMFORT-net moeten een minimaal comfort van acht op tien bieden […]. Voor de andere wegen moet de gebruikte wegbekleding tijdens werken een comfortniveau van minimum zes op tien bieden." (Bijzonder voorschrift 25)

Een stand van zaken betreffende de toegankelijkheid van de voetpaden en de openbare ruimte

Auditeurs hebben alle Brusselse trottoirs afgestapt (zowel gewestwegen als gemeentewegen) en identificeerden daarbij, op basis van het  Cahier voetgangerstoegankelijkheid, alle hindernissen die zich voordoen voor de verplaatsingen van de voetgangers in het algemeen en voor personen met een beperkte mobiliteit in het bijzonder. De voornaamste uitdagingen die aan het licht kwamen waren onder meer de breedte van de voetpaden, de aanwezigheid van obstakels, de kwaliteit van de bekleding, het ontbreken van trottoirverlagingen ter hoogte van zebrapaden enz. Dankzij dit werk – dat bijna drie jaar in beslag nam en gemeente per gemeente gebeurde – konden op een totaal van 3.700 km aan trottoirs 163.400 non-conformiteiten opgelijst worden, met de bijhorende georeferentie. 

Voor elke opgelijste non-conformiteit heeft het auditkantoor voorgesteld welke verbeteringen aangebracht kunnen worden en wat dit zou kosten. Deze verslagen werden aan alle wegbeheerders bezorgd. De technische diensten kunnen ze online raadplegen, hetzij via een specifieke module, hetzij via Mobigis (in het tabblad "Voetgangers"). 

Subsidies aan de gemeenten 

In het verlengde van deze audit van de toegankelijkheid van de openbare ruimtes verleent Brussel Mobiliteit sinds 2018 elk jaar subsidies aan de gemeenten om hen te helpen bij hun inspanningen om hun voetgangerswegen op te knappen en toegankelijk te maken.