Hoe bereidt u uw auto voor op de technische keuring?

Om uw technische keuring te slagen, moet u de algemene staat van uw voertuig overlopen. Voor de meest delicate operaties kunt u het beste een professional raadplegen. U kunt echter zelf een aantal basiscontroles uitvoeren. Anders loopt u het risico dat u wordt afgewezen voordat u zelfs maar met de inspectie begint.

  1. Controleer de algemene staat van uw banden, hun slijtage en voer de drukcontrole uit. De druk moet ten minste eenmaal per maand worden gecontroleerd en vooral wanneer de temperatuur verandert.
  2. Controleer ook de toestand en de druk van het reservewiel als dit in het voertuig aanwezig is.
  3. Controleer of alle lichten en knipperlichten werken. Door voor een muur te gaan staan, kunt u ook beoordelen of uw koplampen correct zijn afgesteld of dat één ervan niet op zijn plaats lijkt en moet worden afgesteld. Maak een afspraak met uw garage om de aanpassing te doen.
  4. De toestand van de ophanging. Druk (zeer) sterk op elke kant van de auto ter hoogte van de band. Een vering in goede staat zal snel en zonder enige oscillatie terugkeren naar de originele staat. Deze test is uiteraard bij benadering: als u twijfelt, laat dan de ophanging door uw garage controleren.
  5. Controleer de voorruit op barsten. Controleer ook de staat, de werking en de efficiëntie van de ruitenwissers en de ruitensproeier. Vul de sproeiervloeistofpot voordat u naar het controlepunt gaat.
  6. Ruim je auto op. Het voertuig moet leeg zijn en in een schone en nette staat verkeren, vrij van vuilnis of onnodige voorwerpen.
  7. Zorg ervoor dat alle veiligheidsgordels werken. Vergeet niet om alle veiligheidsgordels vast te maken voordat de inspecteur ze controleert.
  8. Om uw voertuig eenvoudigweg te controleren op olie of andere vloeistoffen, plaatst u een grote kartonnen doos onder de motor. Als u na een paar uur vlekken opmerkt, maak dan een afspraak met uw concessiehouder.
  9. Controleer de werking van alle deuren en de koffer/klep. Het moet mogelijk zijn om de deuren en de koffer/klep te openen en te sluiten.
  10. Controleer de leesbaarheid van het chassisnummer en de aanwezigheid van het identificatieplaatje.
  11. Alle zitplaatsen moeten in het voertuig aanwezig zijn.
  12. Zorg dat u in het bezit bent van alle documenten aan boord:
  • kentekenbewijzen
  • certificaat van overeenstemming als het voertuig er een moet hebben,
  • verzekeringskaart (groene kaart, verzekeringskaart in zwart op wit of elektronisch)
  • technisch inspectiecertificaat van het vorige bezoek.