Banden van zware bedrijfsvoertuigen

Afmetingen

De oorspronkelijke afmetingen (voorgeschreven door de constructeur van het voertuig) moeten gemonteerd worden. Deze afmetingen worden hernomen in het Proces-Verbaal van Goedkeuring (PVG), het gelijkvormigheidsattest (COC), het instructieboekje van de constructeur of op de originele sticker van de constructeur.

Voor de zware bedrijfsvoertuigen wordt een verhoging van maximaal 5 cm ten opzichte van het origineel spoor toegelaten.

Snelheidsindex

  • Voertuigen N2 en N3 met snelheidsbegrenzer en voertuigen O3 en O4 dienen minstens uitgerust te zijn met banden met snelheidsindex J, tenzij het PVG of een attest van de constructeur of zijn mandataris een lagere snelheidsindex vermeldt.
  • Voertuigen M2, M3, N2 en N3 zonder snelheidsbegrenzer, evenals O2, dienen minstens uitgerust te zijn met banden met snelheidsindex L, tenzij het PVG of een attest van de constructeur of zijn mandataris een lagere snelheidsindex vermeldt.
  • Voertuigen M2, M3, N2 en N3 die ingevolge hun constructie in snelheid beperkt zijn en die op grond van een door de constructeur of zijn mandataris uitgereikt attest ter zake geen snelheidsbegrenzer moet hebben, dienen minstens uitgerust te zijn met banden met snelheidsindex J, tenzij het PVG of een attest van de constructeur of zijn mandataris een lagere snelheidsindex vermeldt.

Loadindex

Voor elke as moet de som van de op de banden vermelde draagvermogens (omgezet in massa) hoger dan of gelijk zijn aan de maximaal toegelaten massa (MTM) voor die as.

Het laadvermogen per band moet ten minste voldoen aan de helft van de MTM van die as in het geval van een enkelvoudige montage, of aan een kwart van de MTM van de as in het geval van een dubbele montage.

Controle van de staat van de banden

De tekening van de hoofdgroeven van de banden moet ten minste 1,6 mm diep zijn.

Symmetrie

Per as wordt een symmetrie vereist wat betreft afmetingen en load- en snelheidsindex voor de gestuurde assen van motorvoertuigen. Een verzoolde (heropgegoten) band naast een gewone band is niet toegelaten op deze assen, ook al zijn load- en snelheidsindex dezelfde.

Op de andere assen moeten de banden dezelfde afmeting per as vertonen, maar load- en snelheidsindex moeten niet dezelfde zijn.

Het voertuig mag niet uitgerust zijn met een band met aanduiding M+S en een normale band (zonder aanduiding M+S) op dezelfde as, behalve in geval van een dubbele montage met symmetrische verdeling (2 banden M+S aan de binnenkant + 2 normale banden aan de buitenkant, en omgekeerd).