Ombouw van een auto tot een bestelwagen

Een voertuig van categorie M (personenvervoer) kan met toestemming van de fabrikant worden omgebouwd tot een voertuig van categorie N (goederenvervoer). Natuurlijk is deze ombouw alleen mogelijk als aan de criteria voor categorie N wordt voldaan.

Een voertuig dat niet aan deze criteria voldoet, wordt automatisch ingedeeld in categorie M:

  • De goederen moeten kunnen worden geladen via een daarvoor ontworpen en gebouwde achterdeur, laadklep of zijdeur
  • De laadopening van een achterdeur of laadklep moet aan de volgende voorschriften voldoen:
    • als het voertuig maar één stoelenrij of alleen een bestuurdersstoel heeft, moet de minimumhoogte van de laadopening minstens 600 mm bedragen
    • als het voertuig twee of meer stoelenrijen heeft, moet de minimumhoogte van de laadopening minstens 800 mm bedragen en moet de opening een oppervlakte hebben van minstens 12.800 cm²
  • De laadruimte (het deel van het voertuig achter de stoelenrij(en)) moet aan de volgende voorschriften voldoen:
    • het oppervlak van de laadruimte moet nagenoeg vlak zijn
    • als het voertuig maar één stoelenrij of één stoel heeft, moet de minimumlengte van de laadruimte minder dan 50% van de wielbasis bedragen om de belasting voor categorie N te krijgen
    • indien het voertuig twee of meer stoelenrijen heeft, moet de minimumlengte van de laadruimte overeenkomen met minstens 50% van de wielbasis om de belasting voor categorie N te krijgen. Indien de stoelen van de laatste rij gemakkelijk en zonder gebruik van speciaal gereedschap uit het voertuig kunnen worden verwijderd, moet aan de voorschriften voor de lengte van de laadruimte worden voldaan wanneer alle stoelen in het voertuig zijn geïnstalleerd
    • aan de voorschriften voor de lengte van de laadruimte moet worden voldaan met de stoelen van de eerste of laatste rij, al naargelang het geval, in de normale rechtopstand voor gebruik door de inzittenden en zo ver mogelijk naar achteren
    • in de laadruimte zijn geen zitplaatsen of verankeringspunten om ze vast te maken aanwezig, ofwel zijn deze verwijderd of onbruikbaar gemaakt:
      • ofwel door lassen
      • ofwel door de plaatsing van een gelaste, geklonken of gelijmde plaat op de vloer van de laadruimte
  • Maximumaantal passagierszitplaatsen, bestuurder niet inbegrepen:
    • N1: 6 plaatsen
    • N2 en N3: 8 plaatsen
  • In de laadruimte moeten de veiligheidsgordels niet worden gedemonteerd
  • De voorkant van de laadruimte moet voorzien zijn van een verticale scheidingswand van minstens 20 cm hoog. Deze scheidingswand is een vaste constructie over de hele breedte. In het geval van een voertuig waarbij de bestuurderscabine en de laadruimte zich in dezelfde eenheid bevinden, zijn deze criteria van toepassing. De aanwezigheid van een volledige of gedeeltelijke wand of scheidingswand tussen een stoelenrij en de laadruimte heeft hier geen invloed op
  • In principe moet(en) de ruimte(s) waar de zitplaatsen zich bevinden volledig gescheiden zijn van de laadruimte. Personen en goederen mogen echter in dezelfde ruimte worden vervoerd als de laadruimte is uitgerust met vastzetinrichtingen die ontworpen zijn om de vervoerde personen tijdens het rijden te beschermen tegen schuivende lading. (Punten 3 en 4 van ISO-norm 27956:2009 Wegvoertuigen - Vastzetten van lading in bestelwagens - eisen)